Situatie good practice binnen wetenschappelijke kaders rond technologie-integratie

Hieronder wordt het good practice gesitueerd binnen wetenschappelijke kaders rond technologie-integratie. Zo wordt het voorbeeld gekaderd binnen TPACK, TPeCS, SAMR en Triple E.


TPACK


Wat betreft het TPACK model, kan tijdens de lessen voor het opleidingsonderdeel ‘Anatomie en fysiologie’ de docent gebruik maken van STAD aan de hand van de app ‘Complete Anatomy 21’. Door te werken met STAD worden de studenten geactiveerd waardoor ze de leerstof actief verwerken. De app vergemakkelijkt dit proces doordat het zowel de mogelijkheid biedt om de teamstudie vorm te geven als de mogelijkheid de evaluatievormen van de app te gebruiken. Op basis van deze quiz krijgt de docent zicht op welke informatie al dan niet verworven is.


TPeCS

Wanneer het model TPeCS toegepast wordt, kan gesteld worden dat het gebruik van de ruimte afhankelijk is van de doelstellingen van de les. Doordat studenten voor een deel van STAD in groep werken is het aangewezen on campus te werken indien er ruimtes beschikbaar zijn die voldoende flexibel zijn om groepswerk mogelijk te maken. Er kan eveneens online gewerkt worden waarbij de studenten online samenwerken. De docent kan steeds de resultaten van de quiz online bekijken. Aangezien er gewerkt wordt met STAD is het aangeraden synchroon te werken. Op die manier volgen de verschillende fases elkaar steeds op.

SAMR


Deze app kan op verschillende manier ingezet worden, wanneer het voorbeeld van hierboven gehanteerd wordt is er sprake van augmentation, volgens het SAMR model. STAD maakt namelijk sowieso gebruik van een quiz. Niet alleen is de quiz nu online, het is eveneens mogelijk om studententeams informatie te laten verwerken aan de hand van de app. Dit zijn allemaal kenmerken die deel uitmaken van een substitution. Het is de mogelijkheid om 3D filmpjes en visualisaties te zien die maakt dat er sprake is van een augmentation


Tirple E

Wanneer het Triple E model toegepast wordt op de app ‘Complete Anatomy 21’, zien we dat de component enhance, deels aan bod komt. Door de duidelijke visualisaties en filmpjes verwerven de studenten namelijk een beter begrip van de leerstof. Wel zijn scaffolds niet aanwezig, de leerstof wordt wel op een andere manier aangereikt. Aangezien studenten op verschillende manieren leren, is het aangewezen leerstof op verschillende manieren aan te reiken. Wanneer de competent extend geëvalueerd wordt, zijn er quizzen aanwezig binnen de app. Hierbij gaan  studenten zelf aan de slag met de theorie en kunnen ze controleren of ze deze beheersen. Door de visualisaties is de link met de praktijk vergroot. De 3D afbeeldingen benaderen de realiteit namelijk beter meer. Tot slot is er de component engage. Aangezien studenten evenveel tijd ‘verliezen’ met het vormen van groepjes en het doornemen van de theorie, zorgt de technologie niet voor een toename van ‘time on task’. 

De 3D-filmpjes en visualisaties zullen er vermoedelijk wel voor zorgen dat studenten meer gemotiveerd zijn aan de slag te gaan met de leerstof. Wanneer gewerkt wordt met STAD, verhoogt de activatie niet door het gebruik van technologie, maar door het gebruik van een activerende werkvorm.

Maak jouw eigen website met JouwWeb